Ageeth Ouwehand over RVS-advies 'Is dit wel verantwoord?'

Ageeth Ouwehand over RVS-advies 'Is dit wel verantwoord?'

11 oktober 2023 om 14:14

Het rapport Is dit wel verantwoord? van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) is op 10 oktober jl. gepresenteerd aan minister Helder. Ageeth Ouwehand, Raadslid en bestuurder bij ’s Heeren Loo, licht het rapport toe in gesprek met de NVZD.

Commissie_RVS_isditwelverantwoord


Zou je de achtergrond van het rapport kunnen schetsen?
“We hebben in de zorg en als zorgbestuurder dagelijks te maken met tal van instanties waaraan we verantwoording moeten afleggen. Dit kost niet alleen veel tijd, maar werkt voor professionals ook demotiverend, omdat het voelt als een gebrek aan vertrouwen. Het programma (ont)Regel de Zorg heeft onvoldoende opgeleverd om dit te verminderen. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vroeg de RVS: hoe kunnen we het werk van zorgprofessionals beter maken door ze minder te laten registreren? In dit RVS-adviesrapport is gekozen voor een systeembenadering. Wij vroegen ons af hoe het komt dat een zorgverlener van begin tot eind ongeveer 40% van de werktijd bezig is met registratie? Wij zijn het helemaal gaan ontwarren.

De symboliek van de Mexican standoff kwam naar boven: vijf mensen in een kring die elkaar onder schot houden. Je moet alle vijf tegelijk stoppen, want als er maar één partij stopt, gaat het alsnog mis. Alle betrokken partijen houden elkaar bezig, we houden elkaar gezamenlijk gevangen binnen het systeem. Iedereen is aan zet om zaken te veranderen. Elke stakeholder zal de dingen aan moeten pakken. Als zorgbestuurder heb ik daar bij ’s Heeren Loo ook een rol in. Als ik daar bijvoorbeeld vraag ‘waarom registreren we dit nou zo?’ dan blijkt dat dat deels komt vanuit een zorgvuldigheidsprincipe dat heel erg leeft, maar ook: als wij dit niet zo registreren, krijgen we vragen van buitenaf. Dan komt misschien de inspectie aan onze deur kloppen. Ik kan wel zeggen dat we over-acteren op vragen van buitenaf. En dat ben ik door dit adviesrapport meer gaan inzien. ”

In het rapport wordt genoemd dat het bepalen van de grote maatschappelijke opgaven bij de politiek ligt. Is het niet zo dat ook zorgbestuurders vanuit hun instelling beter kunnen bepalen wat urgent is en wat er speelt?
“Het is fantastisch wanneer de politiek gevoed wordt door discussies uit het veld. Maar: wil je echt fundamentele veranderingen teweegbrengen, dan moet dat vanuit de politiek komen. Wet- en regelgeving is leidend voor wat moet worden verantwoord. We denken aan maatschappelijke opgaven zoals duurzaamheid en behouden van de toegankelijkheid van de zorg. Als de zorgbestuurders beargumenteerd zeggen ‘we willen vernieuwen en verbeteren en we doen het nu op deze manier’, dan kan dat in strijd met de wet zijn. Dus wil je fundamentele veranderingen doorvoeren, dan moet dat vanuit de wetgever komen.

VWS moet hierin veel meer aan het stuur zitten, daar begint het. Eigenlijk weet niemand wie de baas is van de zorg in Nederland. Zodra er experimenten zijn, er daar zijn veel voorbeelden van, komt iedereen meekijken. Dan wordt het soms gedoogd of soms ook niet gedoogd en soms volgen er zelfs bestuurlijke boetes. Je kunt dus niet zonder de wetgever de zaken veranderen. Er moet een ander transitieteam komen vanuit VWS, met vertegenwoordigers van de betrokkenen van de verantwoordingspraktijk, met mandaat en een lange adem. Dit team moet geoorloofd mandaat hebben, zodat nieuwe ideeën vanuit het veld daadwerkelijk en legitiem kunnen worden opgeschaald.”

Wat voor advies wil je de zorgbestuurder meegeven in het licht van dit rapport?
“Kijk ten eerste bewust binnen je organisatie wat je op het gebied van registratie en administratie aan het doen bent. Kijk dan waar afgeschaald kan worden, ook al komt het van buitenaf, vanuit de toezichthouders. Als de inspectie op bezoek komt constateren ze vaak dat er bijvoorbeeld wel heel veel doelen in het Zorgleefplan of het ECD zijn opgenomen. Alles wat je opschrijft moet je namelijk vervolgens ook steeds verantwoorden. Als je tien doelen opschrijft, dan moet je daar steeds over rapporteren. We leggen onszelf daarmee wel wat op. Verminder dit naar bijvoorbeeld drie doelen, ook al zit dat niet in het DNA van de zorgverlener, die graag alles in kaart wil brengen.

Ten tweede: bestuurders moeten gezamenlijk veel meer aan de bak en elkaar opzoeken. Ga samen in gesprek met de systeempartijen, want nu gebeurt dat alleen fragmentarisch. Het zou mooi zijn als we daarin meer met elkaar optrekken, zodat we met elkaar ook de urgentie van dit thema onder de aandacht brengen. Dus niet alleen een groepje van maar tien zorginstellingen, terwijl er 45 duizend zijn. Zoek elkaar meer op.

Als laatste wil ik de positie van zorginstellingen richting beroepsverenigingen benoemen. Die is nu eerder reactief dan samenwerkend en proactief. Vanuit die verenigingen worden richtlijnen ontwikkeld en opgesteld die dan vervolgens de veldnorm worden. De zorginstellingen moeten die uitvoeren, binnen hetzelfde financiële kader. Zorgbestuurders, brancheorganisaties en beroepsverenigingen: trek samen op, zodat we de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de zorg tot onze gezamenlijke opdracht maken.”

Wat is bij jou persoonlijk het meest naar voren gekomen door dit rapport?
“Als wij ons niet nog meer gaan richten op de leefwereld van cliënten en medewerkers, dan gaan we de bietenbrug op met z’n allen. We zijn nu zo geformaliseerd in alle zaken. Het is niet ‘ontregel de zorg’, maar: ontregel de regels van de zorg. En dat is echt een taai proces. Maak dat de zorgdienstverlening bij de bedoeling blijft, in plaats van dat we elkaar druk maken met alle prestatie-indicatoren waar dan niemand meer naar kijkt. En we moeten ons realiseren dat de zorg complex is, maakbaarheid een illusie die niet te beheersen is door gedetailleerde registraties en verantwoording.

Voor mij zijn dit de twee belangrijkste uitgangspunten: elke vraag om informatie mag maar één keer gesteld worden en high trust, high penalty. Wanneer we elke vraag maar één keer zullen stellen en geregistreerde informatie vervolgens hergebruiken, kan dat al een enorme revolutie binnen zorgorganisaties teweegbrengen. Daarbij hebben wij nu alles ingeregeld op mogelijk 5% frauderende zorginstellingen. Wanneer we meer vanuit vertrouwen de dingen gaan inregelen zal ook dit een groot verschil maken.

Ik geloof altijd dat we er stapje voor stapje kunnen komen. En we kunnen erg veel leren van onze collega-zorginstellingen. Het is ons nu duidelijk dat het echt een Gordiaanse knoop is. Geen lineaire wijze van denken meer en iedereen moet meedoen. Niemand kan hiervoor duiken.”

Ageeth Ouwehand is bestuurder bij 's Heeren Loo en lid van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. Op de foto: Het advies werd aangeboden door voorzitter Jet Bussemaker aan Minister Helder, in bijzijn van de voorbereidende commissie. Vlnr: Antoinette Reerink, Ageeth Ouwehand, Conny Helder, Jet Bussemaker, Jan Kremer en Jodine Smits.