Zorgbestuurder jongleert met vierkante ballen
4 juli 2022 om 11:33
Het Erasmus Centrum voor Zorgbestuur voert in opdracht van de NVZD het onderzoeksprogramma Zorg voor Management uit. Sinds 2000 wordt elke vijf jaar een enquête gehouden onder honderden zorgbestuurders. Dit leverde een schat aan informatie op die ook terug te zien is in het vigerend NVZD-beleid en inspireert om dat nog verder te verrijken.
Een aantal stakeholders heeft gereflecteerd op wat zij opvallend vonden aan de laatste onderzoeksresultaten. Achtereenvolgens passeren vrouwen en verpleegkundigen als bestuurder, samenwerken in netwerken, de complexiteit van het vak en de verschillende rollen van de zorgbestuurder, professionalisering en het arbeidsmarktvraagstuk.
Vrouwen en verpleegkundigen in de boardroom
De huidige zorgbestuurder is een vrouw. Zij leert graag van en met collega’s en betrekt professionals bij het bestuur van de organisatie. Het aantal bestuurders met een verpleegkundige achtergrond is toegenomen, het aantal dat geneeskunde heeft gestudeerd is afgenomen. Karin Leferink, bestuurder in de VVT, vond de onderzoeksresultaten inspirerend en vervolgvragen oproepend. Zij wil graag weten hoe het komt dat verpleegkundigen zo succesvol doorstromen en is benieuwd naar het effect van de toename in het aantal vrouwelijke bestuurders op de aanpak van de uitdagingen waar de zorg voor staat. Iris Sengers, directeur van de NVZD, voegt toe dat de extra aandacht voor medezeggenschap de groei van het aantal bestuurders met een verpleegkundige achtergrond kan hebben versterkt. De afname van het aantal arts-bestuurders lijkt daarentegen voor een belangrijk deel veroorzaakt te zijn door de WNT.
Samenwerken in netwerken
Uit de resultaten bleek dat corona niet heeft geleid tot grote wijzigingen in de strategische agenda en dat samenwerkingsverbanden en netwerkzorg een steeds grotere rol spelen. Volgens Sengers zou je kunnen spreken van een vooruitziende blik omdat ‘samenwerken en netwerken’ integraal onderdeel zijn van het NVZD-beleidsplan 2021-2025.
De zorgbestuurder heeft een complexe baan
Het was niet geheel nieuw, maar inmiddels is de constatering dat een zorgbestuurder een complex bedrijf runt onomkeerbaar volgens Rob Sies, advocaat, en Marein Poel, NVZD-directieadviseur. Lang zag men in de zorgbestuurder toch het kleinere broertje of zusje van de bestuurder van een commercieel bedrijf. De complexiteit wordt onder meer gevoed door het werken met publieksgeld: het betekent ambtelijk werken met de politiek die altijd over de schouder meekijkt. Daarnaast vervolmaken alle samenwerkingsverbanden het plaatje van een enorme legpuzzel. De complexiteit van het werk is overigens niet in alle opzichten meegenomen in de WNT waardoor de bestuurder achterblijft met een hoog afbreukrisico en onvoldoende financieel vangnet. Het advies 'goed bestuur, gezonde voorwaarden' van de NVZD en de NVTZ haakt hierop in.
Professionalisering
Voor de complexe baan van zorgbestuurder bestaan gerichte opleidingen, maar nog niet dé opleiding. Hoe dan ook wordt er volgens Sengers door de NVZD hard gewerkt aan het de bestuurder zo veel mogelijk op weg helpen met hun voortgaande professionalisering. Inzet op wetenschappelijk onderzoek heeft hier ook mee te maken. Een van de voorstellen betreft wetenschappelijk onderzoek naar competenties en bijbehorend gedrag voor de zorgbestuurders van vandaag en morgen. Daarmee slaat de NVZD twee vliegen in een klap omdat hiermee ook het accreditatiesysteem van een nog sterkere basis wordt voorzien.
Boardroom dynamics
Hoewel de relatie tussen raad van bestuur en raad van toezicht over het algemeen als positief wordt beoordeeld, kent deze geregeld ‘mindere kanten’. Sies en Poel zien hier ontwikkelingsmogelijkheden. Zij denken hierbij aan een handvat voor de raad van toezicht, dat als richtlijn kan worden gebruikt voor de beoordeling van het functioneren van de zorgbestuurder in de complexe realiteit.
Besturen is jongleren
In de loop van de jaren is de rolopvatting van de bestuurder veranderd. Van ‘bestuurder van complex bedrijf’, via de ‘maatschappelijke ondernemer’ en ‘grenzenwerker tussen vele belangen en groepen’, naar ‘sturen op zelforganisatie’ naar het ‘gedeeld besturen’. Deze rollen gezamenlijk geven het beeld van een jongleur die vele ballen in de lucht houdt. Neem dan ook nog eens vierkante ballen en het plaatje is compleet, er is vaak veel ervaring en souplesse nodig om met de complexiteit in het werkveld van de zorgbestuurder om te gaan. Volgens Fred Pijls, NVZD-bestuurder, gaat het overigens niet iedere vijf jaar om een fundamenteel andere rol voor de bestuurder. Het gaat om accentverschuivingen, waarbij het plaatje per sector ook verschilt. Als bestuurder in de GGZ ziet hij de ‘maatschappelijk ondernemer’ bijvoorbeeld wat later dominant worden dan in 2005, zoals het onderzoek constateert. Pas na 2010 belandde hij in de wereld van de fusies, overname van start ups, dochterondernemingen en risicospreiding. Daarvoor zat het ondernemende meer in de invoering van de DBC’s en inkoopbeleid. Het ‘gedeeld besturen’ gericht op de maatschappelijke opgave staat ook voor hem nu centraal. Hierbij draait het om het totaalbeeld, zoals een mentaal gezonde regio, benaderd vanuit een holistisch mensbeeld. Zorg is niet meer de spil van het beleid. Eerder nog het voorkomen ervan door preventie, gericht op het gezond blijven van zowel de burger als de zorgprofessional.
De professional verleiden
De krapte op de arbeidsmarkt vormt een extra uitdaging. Schaarste bezorgt de zorgexpert een hoofdrol en vraagt van de bestuurder creatieve verleidingstactieken om de expert voor zijn of haar ‘opgave’ te vinden en te binden. Volgens Pijls kan de NVZD hier een ondersteunende rol vervullen door een platform te bieden waarop bestuurders elkaar kunnen vinden. Daarnaast hebben NVZD-leden intervisie hoog in het vaandel, dus naar verwachting zullen zij aanslaan op diverse soorten van intervisiebijeenkomsten. Om te sparren over de invulling van hun rollen, het combineren daarvan en het creëren van optimale aansluiting bij de belevingswereld van de professionals, cliënten en patiënten. Een vitale bestuurder en een raad van toezicht met aandacht voor het voorkomen van uitval, is essentieel om dit voor elkaar te krijgen. Volgens Sengers wordt hierop ingespeeld door onder meer het eerdergenoemde advies ‘Goed zorgbestuur, gezonde voorwaarden’, dat de paritaire commissie van NVZD en NVTZ recent uitbracht. De uitwerking van de adviezen ligt momenteel voor bij de Ministeries van VWS en BZK.
Oproep
Leferink benadrukt dat de toekomst zeker positieve kanten kent. Zij belicht graag het mooie vak van zorgbestuurder, de rol die de professional vervult in andermans leven en de ruimte om te ontwikkelen. Heeft u hier nog wat aan toe te voegen, suggesties voor de NVZD om de resultaten van de vijfjaarlijkse enquête nader te onderzoeken, uit te werken of om te zetten in beleid? Stuur uw idee naar sjon.buijs@nvzd.nl.